Het leed dat autorijden heet

Ik heb altijd al een haat en liefde verhouding gehad met autorijden. Vanaf mijn allereerste rijles tot nu, het is voor mij altijd een noodzakelijk kwaad geweest. Eén waar ik nu echt niet meer omheen kan dankzij mijn grote mensen baan. Maar man, man, man, man, man echt leuk vind ik het niet.

 

Voor mijn 18e verjaardag kreeg ik net zoals veel leeftijdsgenoten, mijn eerste rijles cadeau. Alleen kwam de instructeur niet opdagen, waardoor ik immens teleurgesteld was op mijn verjaardag. Mijn vader was woest en zei dat het enige excuus kon zijn, dat hij dood was. Ja gezellig man, mijn vader. Maar misschien was dat al een teken dat ik er beter niet aan kon beginnen.

 

De eerste drie lessen vond ik nog leuk, maar het ging al heel snel bergafwaarts. Net zoals de hellingproef. Sorry ik kon deze woordgrap niet laten. Elke week keek ik er ontzettend tegenop om een uur te moeten lessen. Ik zat eerst bij een eenmansrijschool. Hij wilde alleen maar geld aan mij verdienen en liet me twee keer afrijden, terwijl ik er nog helemaal niet klaar voor was.

 

Toen ik overstapte naar een andere grote rijschool, werd de instructeur er niet beter op. Ik zat nu in de auto met een temperamentvolle man. Die ten alle tijden een lange liniaal bij zich had en daarmee op het dashboard van de auto ramde, terwijl hij instructies naar mij schreeuwde. ”LINKS, LINKS! NEE, RECHTS! IK ZEI TOCH RECHTS?!”

 

Gelukkig, haalde ik na een jaar afzien wel mijn rijbewijs! Maar nadat ik het roze plastic pasje had opgehaald, gebruikte ik het alleen nog tijdens uitgaan. Sinds augustus 2017 moet ik nu vijf dagen per week 64 km per dag rijden. De eerste week stond ik doodsangsten uit in de auto, wat een mafkezen op de weg. Mensen die je er niet tussen laten, mensen die je rechts inhalen, mensen die langzamer rijden dan de toegestane snelheid. Kortom, feest.

 

Autorijden zal nooit mijn hobby worden. Ik zal ook nooit iemand worden met van dat slappe geouwehoer dat schakelen “zo lekker sportief rijdt”. Rot toch op joh, wat is dat nou voor argument. Het is een noodzakelijk kwaad en het brengt me een stuk eenvoudiger van A naar B. Ik kijk reikhalzend uit naar het moment dat zelf rijdende auto’s de norm zijn en ik nooit meer hoef te rijden. Maar dat duurt helaas nog wel even.